(2) De interne markt omvat volgens artikel 14, lid 2, van het Verdrag een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen en diensten en de vrijheid van vestiging zijn gewaarborgd.
De ontwikkeling van eerlijke handelspraktijken binnen die ruimte is van wezenlijk belang om grensoverschrijdende activiteiten te bevorderen.
- = -
(4) Deze verschillen scheppen onduidelijkheid over de vraag welke nationale regels van toepassing zijn op oneerlijke handelspraktijken die de economische belangen van de consumenten schaden en werpen een groot aantal belemmeringen op voor ondernemingen en consumenten.
Deze barrières verhogen de kosten voor ondernemingen die de vrijheden van de interne markt willen gebruiken, met name wanneer zij over de grenzen heen willen verkopen, reclamecampagnes willen voeren of aan verkoopbevordering willen doen.
Daarnaast maken deze verschillen consumenten onzeker over hun rechten en wordt hun vertrouwen in de interne markt ondermijnd.
- = -
(5) Bij gebreke van uniforme regels op communautair niveau, kunnen belemmeringen voor het grensoverschrijdend verrichten van diensten, het vrije verkeer van goederen en de vrijheid van vestiging volgens de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen gerechtvaardigd zijn, indien zij tot doel hebben erkende doelstellingen van algemeen belang te beschermen en indien zij met deze doelstellingen evenredig zijn.
In het licht van de communautaire doelstellingen zoals neergelegd in de Verdragsbepalingen en het afgeleide communautaire recht inzake het vrije verkeer, en in overeenstemming met het beleid van de Commissie inzake commerciële communicatie zoals vermeld in haar mededeling „De follow-up van het groenboek inzake commerciële communicatie in de interne markt”, moeten deze belemmeringen worden weggenomen.
Dat kan alleen door op communautair niveau uniforme regels vast te stellen die een hoog niveau van consumentenbescherming waarborgen en door bepaalde rechtsbegrippen op communautair niveau te verduidelijken tot het niveau dat noodzakelijk is om de goede werking van de interne markt en de rechtszekerheid te verzekeren.
- = -
(6) Daarom wordt de wetgeving van de lidstaten betreffende oneerlijke handelspraktijken, waaronder oneerlijke reclame, die de economische belangen van de consumenten rechtstreeks en aldus de economische belangen van legitieme concurrenten onrechtstreeks schaden, bij deze richtlijn geharmoniseerd.
Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel beschermt deze richtlijn de consumenten tegen de gevolgen van oneerlijke handelspraktijken indien deze gevolgen substantieel zijn, maar erkent de richtlijn ook dat de gevolgen voor de consumenten in sommige gevallen verwaarloosbaar kunnen zijn.
Deze richtlijn is niet van toepassing of van invloed op de nationale wetten betreffende oneerlijke handelspraktijken die alleen de economische belangen van concurrenten schaden of betrekking hebben op transacties tussen handelaren; met volledige inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel behouden de lidstaten de mogelijkheid dergelijke praktijken aan banden te leggen, overeenkomstig de communautaire wetgeving, indien zij zulks wensen.
Deze richtlijn is evenmin van toepassing of van invloed op de bepalingen van Richtlijn 84/450/EEG aangaande reclame die misleidend is voor ondernemingen, maar niet voor consumenten, en aangaande vergelijkende reclame.
Deze richtlijn is evenmin van invloed op algemeen aanvaarde reclame- en marketingpraktijken zoals het op legitieme wijze in de markt zetten van een product („product placement”), merkdifferentiatie en het aanbieden van premies, die het beeld dat de consument van het product heeft en zijn gedrag op wettige wijze kunnen beïnvloeden zonder daarom het vermogen van de consument om een geïnformeerd besluit te nemen, te beperken.
- = -
(8) Deze richtlijn beschermt de economische belangen van de consument op rechtstreekse wijze tegen oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten.
Daarnaast beschermt zij indirect legitieme ondernemingen tegen concurrenten die de regels in de richtlijn niet in acht nemen; hierdoor is binnen het toepassingsgebied van deze richtlijn een eerlijke concurrentie gewaarborgd.
Uiteraard zijn er andere handelspraktijken waardoor weliswaar niet de consumenten maar wel concurrenten en zakelijke klanten worden benadeeld.
De Commissie dient zorgvuldig na te gaan in hoeverre buiten het toepassingsgebied van deze richtlijn communautair optreden op het gebied van oneerlijke concurrentie noodzakelijk is en in voorkomend geval een wetgevingsvoorstel betreffende die andere aspecten van oneerlijke concurrentie op te stellen.
- = -
(9) Deze richtlijn vormt geen beletsel voor het instellen van individuele vorderingen door degenen die schade hebben geleden ten gevolge van oneerlijke handelspraktijken.
Deze richtlijn doet evenmin afbreuk aan de communautaire en nationale regels inzake verbintenissenrecht, intellectuele-eigendomsrechten, gezondheids- en veiligheidsaspecten van producten, voorwaarden inzake vestiging en vergunning, met inbegrip van die regels die, conform het Gemeenschapsrecht, betrekking hebben op gokactiviteiten of aan de communautaire regels inzake concurrentie en de desbetreffende nationale omzettingsbepalingen.
De lidstaten behouden derhalve de mogelijkheid beperkingen en verbodsbepalingen inzake handelspraktijken te handhaven om redenen van bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de consumenten op hun grondgebied, bijvoorbeeld met betrekking tot alcohol, tabak of farmaceutische producten, zulks ongeacht de plaats waar de handelaar is gevestigd.
Met betrekking tot financiële diensten en onroerend goed moeten, gezien de complexiteit en de eraan verbonden ernstige risico's, uitgebreide eisen worden gesteld, waaronder positieve verplichtingen voor handelaren.
Om die reden beperkt deze richtlijn op het gebied van financiële diensten en onroerend goed niet het recht van de lidstaten om verder te gaan dan de bepalingen van deze richtlijn, teneinde de economische belangen van de consumenten te beschermen.
Het wordt niet dienstig geacht in deze richtlijn de certificering en de vermelding van het edelmetaalgehalte voor werken van edelmetaal te regelen.
- = -
(10) Deze richtlijn moet in overeenstemming zijn met de bestaande communautaire wetgeving, met name ten aanzien van de gedetailleerde bepalingen betreffende oneerlijke handelspraktijken die op die specifieke sectoren van toepassing zijn.
Deze richtlijn wijzigt bijgevolg Richtlijn 84/450/EEG, Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 1997 betreffende de bescherming van de consument bij op afstand gesloten overeenkomsten (4), Richtlijn 98/27/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het doen staken van inbreuken in het raam van de bescherming van de consumentenbelangen (5) en Richtlijn 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten (6).
Deze richtlijn is bijgevolg slechts van toepassing voorzover er geen specifieke communautaire wetsbepalingen bestaan betreffende specifiekeaspecten van oneerlijke handelspraktijken, zoals de informatieverplichtingen en regels voor de wijze waarop de informatie aan de consument wordt gepresenteerd.
Deze richtlijn beschermt de consument in gevallen waarvoor op communautair niveau geen specifieke, sectorale wetgeving bestaat, en verbiedt handelaren een verkeerde indruk te geven van de aard van producten.
Dit is met name van belang voor complexe producten die veel risico's voor consumenten inhouden, zoals bepaalde financiële diensten.
De richtlijn vormt bijgevolg een aanvulling op het „acquis communautaire” dat van toepassing is op handelspraktijken die de economische belangen van consumenten schaden.
- = -
(12) Door de harmonisatie zullen zowel consumenten als ondernemingen aanzienlijk meer juridische zekerheden krijgen.
Zij zullen zich kunnen verlaten op één regelgevend kader op basis van duidelijk omschreven rechtsbegrippen dat alle aspecten van oneerlijke handelspraktijken in de gehele Europese Unie regelt.
Daardoor zullen de belemmeringen worden weggenomen welke het gevolg zijn van de fragmentarische regels inzake oneerlijke handelspraktijken die de economische belangen van de consumenten schaden en zal de interne markt op dit gebied kunnen worden voltooid.
- = -
(21) Personen of organisaties die krachtens de nationale wetgeving in dezen een rechtmatig belang hebben, moeten over rechtsmiddelen beschikken om tegen oneerlijke handelspraktijken stappen te ondernemen, hetzij voor een rechterlijke instantie, hetzij bij een administratieve instantie die bevoegd is zelf een uitspraak te doen over een klacht of een passende gerechtelijke procedure in te leiden.
Ofschoon de bewijslast op grond van de nationale wetgeving wordt vastgesteld, is het wenselijk om rechterlijke en administratieve autoriteiten de bevoegdheid te geven om van handelaren te verlangen dat zij bewijzen aandragen voor de juistheid van hun feitelijke beweringen.
- = -